Het huidige Pensioenstelsel versus GeboortejaarRekening en of GelijkeLeeftijdRekening

Introductie

Het huidige pensioenstelsel gaat men uit van een centrale pot of een centrale rekening. Deze centrale rekening wordt soms generatierekening genoemt, maar dat begrip is verwarend. Zie ook verder op
De taak voor de pensioenfondsen is om de uitbetalingen te regelen.
Hierbij gelden twee randvoorwaarden:

Om een beter idee te krijgen van het huidige pensioenstelsel ga naar: pensioen-generatie.xls . Hier wordt het huidige pensioen stelsel gedemonstreerd met behulp van een Excel programma. De bedoeling is om specifiek uitteleggen hoe moeilijk het is om tot een eerlijke strategie te komen. Het belangrijkste probleem is dat het zeer moeilijk is om nu reeds de juiste beslissingen te nemen waarbij je het resultaat pas vele jaren later ziet, met het risico dat de maatregels te drastisch waren of juist niet.

Het huidige pensioen stelsel gaat ook uit van het begrip van solidariteit tussen generaties. De definitie van generaties in de zin van: tussen jong en oud. Het is de vraag of dit wenselijk is. Het grootste probleem is eigenlijk dat het heel ondoorzichtig is, omdat de kans heel groot is dat je niet terugkrijgt waarvoor je betaald hebt. Dit kan ook teveel zijn maar ik denk dat de kans dat je te weinig krijgt veel groter is. Kijk ook bij (21) en (23)


GeboortejaarRekening en of GelijkeLeeftijdRekening

Er zijn een aantal verschillen tussen het huidige pensioenstelsel versus het stelsel gebaseerd op een GeboortejaarRekening of GelijkeLeeftijdRekening
  1. Allereerst is er een pot is per geboortejaar. Alle bijdragen en alle uitbetalingen voor iedereen die bijvoorbeeld in 1942 is geboren worden in een pot gestort. Hij of zij die geboren is in 1943 in een andere pot.
  2. Ten tweede is er geen solidariteit meer tussen de generaties, alleen per leeftijd. De solidariteit per leeftijd bestaat er in dat in feite hij of zij die het oudste worden profiteren van de bijdragen die vroeg overlijden.
  3. Ten derde is strategie van het fonds simpel. De beheerders zorgen er voor dat als iedereen met het zelfde geboortejaar is overleden de pot op is. De jongere zorgen dus niet voor de ouderen, met het risico dat als zij zelf oud zijn de pot reeds op is.

Om een idee te krijgen van de werking van GeboortejaarRekening ga naar: pensioen-geboortejaar.xls Hier wordt dat idee gedemonstreerd met behulp van een Excel programma. De bedoeling is om uit te leggen dat dit een veel simpeler en eerlijker pensioen stelsel is waarbij iedereen krijgt wat zijn eigen leeftijdsgenoten hebben bijgedragen. Je schuift dus niets door en je profiteerd nog van de jongeren nog van de ouderen.

Als je uitgaat van het begrip GeboortejaarRekening of GelijkeLeeftijdRekening krijgt iedereen precies waarvoor hij of zij betaald heeft. Het is simpel en doorzichtig. In dit systeem treed het pensioenfonds op als administratie kantoor en beheerd het geld met de grootst mogelijke voorzichtigheid. Het is belangrijk om testellen dat het fonds nooit winst maakt. Als het winst maakt dan gaat dat geheel naar de deelnemers.


Literatuur

  1. Solidariteit tussen generaties en collectieve voorzieningen 21 April 2006 Door Kees Schuyt
  2. Waardeoverdrachten tussen generaties binnen een bedrijfstakpensioenfonds 5 September 2006 Door Roy Hoevenaars en Eduard Ponds

In het eerste document in hoofdstuk 2 lezen we:

De idee van een generatierekening is eenvoudig: neem een mensenleven, zeg van 0 tot 100 jaar, en bereken dan per individu gedurende die levensloop de totale ontvangsten van en bijdragen aan de collectieve financieringssystemen van de gemeenschap.
Men heeft het hier duidelijk over een meer algemeen begrip i.e. de sociale bijdragen (AOW) in het algemeen en de prive voorzieningen. Bij het begrip GeboortejaarRekening gaat het alleen over de pensioenen in de prive sfeer. Daarna staat er:
Het is evident dat de ontvangsten vooral liggen in de jongste levensfase en in de oudste levensfase, waar de afhankelijkheid van medemensen immers ook het grootst is.
De ontvangsten voor het 20 levensjaar hebben niks met het pensioenstelsel te maken. Daarna staat er:
In de tussenfase, met name van 20 tot 65 zijn de bijdragen het grootst.
Dit is het gebied waar je in bijdraagt aan het pensioenstelsel. Daarna lezen we:
De resultaten (van vele Europese landen) zijn vaak verrassend eenduidig, de beleidsconclusies, die men er uit mag trekken zijn dat echter niet.
In dit korte artikel lijkt mij vergelijking met wat er in andere landen zou moeten gebeuren niet erg gelukkig. Je maakt het te complex.
In hoofdtuk 3 staat er:
Hiermee heb ik tegelijk de vierde relativering genoemd, namelijk : niet de vergrijzing is een probleem, het ouder worden op zich, maar het feit dat er te weinig kinderen geboren worden.
Het eigenlijke probleem is rond 2030 als er vele hulpbehoefende zijn wie zorgt er dan voor ze. Je kunt wel geld hebben, maar als er geen verplegend personeel is wat dan ?
In hoodstuk 4 lezen we:
Dat ik in dit contract ook de investering in onderwijs meeneem is bittere noodzaak.
In een document over collectieve overheids voorzieningen in het algemeen is dit correct, maar in het kader van de discussie over prive pensioenen niet nodig.

Het begrip GeboortejaarRekening gaat er van uit dat een pensioenfonds per geboortejaar selfsupporting is. De AOW zou dat ook moeten zijn. Dwz het AOW systeem zou geen steun mogen verwachten uit de staatskas. Als dit toch zo is (voor de minima) dan moet deze steun duidelijk omschreven staan. Voor het onderwijs (en bijv de kinderbijslag) in het algemeen ligt de problematiek geheel anders. Hier kan er wel sprake zijn van solidariteit oftewel overheidssteun.

In het tweede document op pagina 5 staat:

Een pensioenfonds is immers ook een samenstel van huidige en toekomstige generaties.
Dat klopt bij het huidige pensioenstelsel waarbij men uitgaat van een pot voor iedereen. Daar staat er:
Het startvermogen, de premieopbrengsten en de gekweekte beleggingsopbrengsten over het vermogen moeten voldoende zijn om de lopende en de toekomstige uitkeringen te dekken.
Dat is waar in theorie. De vraag is hoe doe je dat in de werkelijkheid. Daar dringt het schoentje.
AAn het eind van pagina 6 staat hoe je dit probleem moet aanpakken.
Klassiek ALM brengt in beeld hoe een beleidsvariant presteert op belangrijke variabelen, onder andere wat betreft verwachtingswaarden en risico’s rond premiehoogte, indexatie en ontwikkeling van de financiële positie voor het fonds als geheel. Value-based ALM brengt in beeld wat voor de verschillende deelnemers de economische waarde in euro’s is van deelname aan het fonds en hoe groot de mogelijke waardeoverdrachten tussen de deelnemers in een pensioenfonds zijn.
ALM staat voor: Asset Liability Management.
Uit deze text blijkt hoe moeilijk het is om het beleid omtrent het huidige pensioenstelsel is te begrijpen, specifiek als het er verschilende varianten zijn. Op pagina 7 staat:
Het is dan ook van belang dat er een verdeelsleutel (“closure rule”) wordt geformuleerd met betrekking tot de vraag aan wie, wanneer en in welke mate een residu kan worden toegedeeld.
Bij GeboortejaarRekening is dit probleem simpel: De totale opbrengst van het kapitaal wordt evenredig verdeeld over alle GeboortejaarRekeningen afhankelijk van de grote van ieder.


Feedback

Geen

E-mail:nicvroom@pandora.be.


Geschreven: 23 September 2009
Terug naar: Economie, Banken, Pensioenen en de Crisis 9 Vragen
Terug naar mijn start pagina: Inhoud van dit document